Doanepalen1Ze zijn wat uit het zicht geraakt, terwijl ze toch, gezien hun hoge afkomst en interessante geschiedenis, best een plaats op de eerste rang waard zijn. Eens waren ze trouwe wachters in dienst van 's lands Admiraliteit, nu staan ze er beroofd van het mooiste dat ze hadden, in de ommuurde ‘tuin’ naast de Hofkerk (aan de marktzijde) ietwat verloren bij. Dit verhaal gaat over twee palen. Geen gewone palen, maar douanepalen. Niet te verwarren met grenspalen. Douanepalen zijn allang uit het landschap verdwenen. Daar zijn er helaas niet zo heel veel meer van over.
De geschiedenis van de palen is goed voor een lang verhaal maar kan ook kort verteld worden. Zij begint in 1648, het jaar waarin na de Tachtigjarige Oorlog eindelijk de Vrede van Munster werd gesloten. Een interessant jaartal ook in de geschiedenis van de Meijerij van 's Hertogenbosch, waartoe destijds het grootste deel van de regio behoorde. Zij werd toen namelijk toegevoegd aan het rechtsgebied van de Zeven Verenigde Provincies. Hetgeen betekende dat aan de grens voortaan invoerrechten werden geheven. In het besluit van 29 september 1662 besloten ‘de Gecommitteerde Raden Ter Admiraliteit, Residerende Binnen Rotterdam’ om aan de grenzen palen te laten plaatsen. Zulks gebeurde op wegen die uit het ‘buitenland’ naar de Meijerij van 's Hertogenbosch of de Baronie van Breda liepen. De palen hebben onder meer gestaan op de grenzen met ‘den land van Brabant’ (nu België). het land van Cuyck, het Overkwartier Gelder (nu Provincie Limburg), en het Graafschap Loon, c.q. het Prinsdom Luik. Dit Prinsdom omvatte onder meer het grondgebied van de tegenwoordige Belgische Provincie Limburg en het Nederlandse Luyksgestel. Bij het passeren van de douanepalen moesten de voerlieden hun waren aangeven en in-, uit- en doorvoerrechten betalen. In verschillende grensplaatsen waren 'comptoiren’ aanwezig, waar de aangifte diende te geschieden. In het terrein werd controle uitgeoefend door hoog te paard gezeten dragonders. Deze situatie heeft geduurd tot 1794. Door de Franse ‘inmenging’ veranderde het politieke en staatkundige gebeuren. De douanepalen verloren hun praktische betekenis.
doanepaal3Het gaat om arduinen palen met een vierkant grondvlak. De breedte van het onderste deel is 40cm; het bovenste deel is 30 cm. breed en 2,50 m. lang. Ze zijn (of liever waren) voorzien van het wapen van de Admiraliteit van de Maas, dat bestond uit twee gekruiste ankers, bedekt door een schild met klimmende leeuw. Boven het schild bevond zich een kroon. Rechts, links en onder het schild stond de letter ‘P’. Driemaal P dus. De betekenis is waarschijnlijk: PUNGO PRO PATRIA, (‘ik vecht voor het vaderland’). Een andere verklaring die ook opgeld doet, is: PROPRIA PECUNIA POSUIT. (‘Op eigen kosten geplaatst’). De eerste uitleg wordt over het algemeen als de juiste beschouwd. Vooral omdat de schepen van de V.O.C. in de 17e eeuw in hun vlaggen ook de letters P.P.P voerden.
Van deze douanepalen zijn er (voor zover bekend) in de provincie Noord Brabant nog zeven over. Vier stuks in de gemeente Budel, één in de gemeente Someren en dus ook twee in Bergeijk. In Budel hebben vijf douanepalen gestaan, maar één er van is in de tweed wereldoorlog ernstig beschadigd en verloren gegaan. De Bergeijkse exemplaren zijn helaas in de loop van hun bestaan een kopje kleiner gemaakt en missen nu de hierboven beschreven versieringen.

De schoolmeester en amateurhistoricus P.N. Panken (1819-1904) vermeldt de douanepalen in 1840 en schrijft dan dat de ‘scheidspalen zijn in de heiden achter Witrijt en de Aa, althans naar het gevoelen van een grijzen inwoner’.
Die verklaring wijst Panken terecht van de hand. Hij noteert verder dat ze al enige keren verplaatst zijn en gestaan hebben bij de ingang van het oude kerkhof en nog later bij de muur van het priesterkoor.
Toen de pastoor van de Hofkerk in 1835 een hek om het kerkhof had laten plaatsen, zocht hij naar stevige palen om de toegangspoort te dragen. Zijn oog viel op de twee douanepalen, die toch al in de buurt van de kerk stonden. Hij liet ze verplaatsen en door een steenhouwer ‘bewerken’. Die heeft de palen aan de hoeken afgeschuind. Verder heeft hij ze ingekort tot onder het wapen van de Admiraliteit en er een ronde bol op geplaatst. Eén van de twee palen werd door de grenspalenkenner Co Bieze op het kerkhof ontdekt. De andere lag al geruime tijd, doormidden gebroken, op de gemeentewerf. De zaak werd aangekaart bij de Monumentencommissie van Bergeijk, die in 1996 het voorstel deed om ze allebei te laten restaureren en in het kader van ‘200 jaar provincie Noord Brabant’, als klein monument te herplaatsen. Dat is te lezen op het glazen schildje op één van de palen.
Op de tweede paal is een schildje aangebracht met het wapen van de Admiraliteit aan de Maze.
Vervolgens zijn ze op hun huidige plek geplaatst binnen het erf van de Hofkerk.
 
Hans Verdonk
Dit artikel is eerder geplaats in de Eyckelbergh van 20 december 2017