Het Luihuis van Bergeijk is het op een na oudste gebouw van de gemeente. Alleen de kerk van St. Petrusbanden op 't Hof is ouder. Zij was ooit voorzien van een toren, maar die is in 1650 'omgewaaid'. Zo'n toren was doorgaans het enige gebouw van steen en fungeerde in tijden van gevaar tevens als uitkijkpost. Mogelijk is ter verbetering van het uitzicht de toren van Bergeijk enige malen verhoogd en is hem dat noodlottig geworden.

In de Tachtigjarige oorlog was er geen geld geweest om de Hofkerk behoorlijk te onderhouden. Zo was de toren - en in menig opzicht ook de kerk zelf - bouwvallig geworden. De Rentmeester van Geestelijke Goederen te Den Bosch, Abraham Tempelaer, had ervoor gewaarschuwd. Hij had bevonden dat `van onder uyt den gront tot boven aenden boogh ende tegenoverstaende pilaer van malcanderen te sijn gescheurt ende oversulcx groot peryckel te sijn van geheel neder te storten, dat aendenkercke groote schade soude doen.'
Uit voorzorg werden daarom de klok Katherine en de in 1637 aangeschafte "comme" of archiefkist van de gemeente uit de toren verwijderd. Die kist bevatte de kostbare eigendommen van het dorp. Zij werd in de toren bewaard omdat zij daar veilig was voor roof en brand. De kist was uitgerust met drie verschillende sloten waarvan de sleutels door drie schepenen beheerd werden. Om die reden werd zij ook wel 'schepenenkist' genoemd.
Omdat een nieuwe toren niet te betalen was, besloot de rentmeester dat er een Luihuis moest worden gebouwd. Dat had heel wat voeten in de aard. De Bergeijkse bestuurders stribbelden tegen en beweerden niet te weten hoe een luihuis gebouwd moest worden. Waarop de rentmeester hen op dienstreis naar Westerhoven stuurde om het daar gebouwde luihuis te bestuderen. Het zou tot 1669 duren voor het Bergeijkse Luihuis tot stand kwam. Voor de bouw had de gemeente notabene geld geleend van Eersel en Pelt.

Het Luihuis is gebouwd rond een stellage van dikke eikenhouten balken waarin de klok hangt. Het is een bakstenen gebouw met een schilddak van rode pannen en daarop een houten opbouw met een grijsblauw leiendak. Een zijde is met planken afgetimmerd. De klokkenstoel moet de grote krachten die tijdens het luiden van de klokken loskomen opvangen en reduceren.

De klok hangt aan een dwarsbalk, de zogenaamde luid-as of tuimel-as, die met behulp van lagers kan kantelen. Vroeger werd zij geluid door een man die in een regelmatig ritme aan het klokkentouw trok; nu gebeurt dat elektronisch. De knappe constructie en de doeltreffende houtverbindingen wekken ook nu nog veel bewondering op.
Het Bergeijkse Luihuis is uniek in Noord-Brabant. Eeuwenlang is dat niet het geval geweest Op tekeningen van Hendrik Verhees uit l789 vinden we soortgelijke gebouwtjes onder andere in Dommelen en Westerhoven. Ook Strijp had tot 1930 een Luihuis. Het werd de laatste jaren van zijn bestaan als cachot gebruikt.
Luihuis