Valentinuskapel1In 1947 werd op de oever van de Keersop in Westerhoven een kapel gebouwd ter nagedachtenis aan de gesneuvelden van de Tweede Wereldoorlog. Vlakbij het befaamde Valentinusputje. Een wonderbaarlijk putje, waarvan het water nooit bevriest en hoger staat dan het wateroppervlak van de Keersop ernaast. Nu, zeventig jaar later, is het ongetwijfeld de meest idyllische plaats van Westerhoven. Met een monumentale status.
De Valentinuskapel werd gebouwd op de fundamenten van een verre voorganger. Op een driehoekig stuk grond waar men uit eerbied voor het verleden nooit geploegd had. initiatiefnemer was de in Westerhoven geboren priester en geleerde Mgr. Dr. G.P.J. Bannenberg. Hij vermoedde dat op de plaats waar de Loverensedijk de Keersop kruiste al veel eerder een kapel had gestaan die gewijd was aan Sint Valentinus. Hij schreef er in 1949 een mooie verhandeling over met de titel: 'De waarde van plaatselijke traditie’. Daarin meldde hij dat mannen van de Jonge Boerenstand bij het bouwrijp maken van de grond ronde bakstenen, stukken lei en vier zware eiken balken, 2,20 meter lang en dertig centimeter dik, uit het zand naar boven haalden. Ziedaar het stoffelijke bewijs dat de kapel inderdaad een voorganger had gehad.
In de loop der jaren had het fenomeen heel wat pennen in beweging gebracht. Die van A.C. Brock bijvoorbeeld, die koster was in Sint-Oedenrode maar in zijn vrije tijd een Historische beschrijving van de Meierij (1825) het licht deed zien. En J.A. Ort die in 1891 zijn verhandeling over Een merkwaardig geschiedkundig plekje in Noord-Brabant publiceerde. In de jaren tachtig van de twintigste eeuw verscheen ook een artikel van burgemeester W. van Nuenen in het boek 'Tussen de haai en d'ekker’ En zo waren er, van eind 1700 tot nu toe, nog talloze anderen. Ook de befaamde dominee Stephanus Hanewinkel vereerde in zijn Reize door de de Majorij van ’s Hertogenbosch in den jaare 1798-1799 het bijzondere oord met een bezoek. Hij zag er geen kapel maar wel een put. De oude kapel was toen kennelijk al verdwenen. Meester P N. Panken, de chroniqueur van Bergeijk, noteerde omstreeks 1850 dat een 90-jarige vrouw hem had verteld dat er vroeger een kapel had gestaan. Zij moet dus ergens tussen 1760 (de geboorte van de vrouw) en 1799 (de passage van Hanewinkel) verdwenen zijn.Valentinuskapel2
In 1648, aan het einde van de Tachtigjarige Oorlog, werd het katholieke geloof in Brabant verboden. Kerken, kloosters en kapellen werden aan de eigenaars ontnomen en vaak verwaarloosd of gesloopt. Zo ook, zeer waarschijnlijk, de Valentinuskapel. De kerk van Westerhoven in de akkers was omstreeks 1798 in elk geval een ruïne, waarvan alleen nog de muren en de middenbeuk overeind stonden. Dat leren wij van een schets van de
kunstenaar Verhees.
Onze kennis gaat nog veel verder terug. In een inventarisatie uit 1400 werden alle kerken en kapellen genoemd, inclusief de St. Valentinuskapel. Westerhoven had toen ook al de Servatiuskerk , die uit omstreeks 1250 dateerde. Hoe oud de Valentinuskapel toen was, weten we niet. Daar zijn geen gegevens over.
De Valentinuskapel, die wij heden ten dage kunnen bewonderen, is gebouwd naar een ontwerp van de architect H.W. Valk. Het is een minikerkje, compleet met steunberen en - wat vakmensen noemen - decoratief witwerk. In het begin van de jaren zeventig richtten vandalen ernstige vernielingen aan. Het beeld van Sint Valentinus verdween en werd nooit meer teruggevonden. Ramen werden vernield en tegels Valentinuskapel ramenuit de vloer gesloopt. In 1981 werd de kapel hersteld. Een aandoenlijke bijdrage werd geleverd door schoolkinderen, die de van hard plastic gemaakte ramen mochten beschilderen. Zij lieten hun hart spreken in teksten als Vrede op Aarde en Valentinusvrede.

Jacques van Veldhoven
Dit artikel verscheen eerder in de Eyckelberh van 8 februari 2017.