ValentinusputjeHet Valentinusputje dat opzij van de Valentinuskapel ligt en daar vaak in een adem mee genoemd wordt, is er al heel lang. Het werd al in het verre verleden door verschillende schrijvers genoemd. Er is zelfs een tweede put geweest, groter dan de huidige. Zij verdween bij de kanalisatie van de
Keersop.

De alom bekende St. Willibrordus, 'Apostel van de Lage Landen’ had veel goederen ten geschenke gekregen, waaronder stukken land in Waalre en in Eersel. Hij stond bekend om zijn gewoonte bekende bronnen te zegenen en 'heilig' te verklaren. Hij deed dat door er zijn reisstaf in te steken en het water te gebruiken om kinderen mee te dopen. Op die manier kerstende hij de heilzame werking van het opborrelende water en onttrok hij het aan heidense invloeden. Het was belangrijk voor zijn missie: de uitbanning van het heidense geloof en de daarmee samenhangende rituelen. Het 'heilige' putje van Heiloo is hier een bekend voorbeeld van. Men spreekt van het Willibrordusputje, maar het is in feite gewijd aan Sint Valentinus.

Er is enige onzekerheid over de vraag om welke Sint Valentinus het bij de in de Lage Landen zeer levendige verering precies gaat. Wat geen wonder is, aangezien niet minder dan zeventien Sint Valentinussen de heiligenkalender van de kerk bevolken. De kandidaat die met kop en schouders boven zijn naamgenoten uitsteekt, is de bisschop van Terni, die omstreeks het jaar 200 in Rome de marteldood stierf. Zijn naamfeest wordt van oudsher gevierd op 14 februari. In zijn voordeel spreekt dat hij een bijzondere verering genoot bij de Angelsaksische missionarissen, waartoe ook Willibrordus behoorde. Een andere,
tamelijk schilderachtige kandidaat is de bisschop van Tongeren, de voorganger van Sint Servatius, die ook Valentinus heette. Hij zou, tijdens een reis door onze contreien, met zijn staf op de grond hebben geslagen en zo daarmee de Keersop hebben gecreëerd.
Een geste waarvoor wij hem veel dank zijn verschuldigd. Maar die helaas naar het rijk der fabelen is verwezen.

De Sint Valentinusbron in Westerhoven is zover ik weet als enige overgebleven en mag dus uniek heten.
Het bronwater werd door gelovigen uit Westerhoven en omstreken vooral gebruikt om wratten en soortgelijke aandoeningen weg te wassen. Het werd ook gedronken, om koorts te bestrijden, maar werd dan wel voorgekookt. Pelgrims vonden ook baat bij het leggen van drie knopen in de biezen die in de Keersop groeiden. Hanewinkel zag tot zijn verbazing ook pelgrims op handen en voeten rond het putje kruipen, zo lang en zo vaak
dat er in het zand een diep spoor ontstond.

Al met al is het aannemelijk dat er nabij de Sint Valentinusbron een Sint Valentinuskapel heeft gestaan van voor 1400 en dat de bron nog veel ouder is. Zij was er al vóór de tijd van Willibrordus die hier actief was rond 700 na Christus. Gezien de vondst van Romeinse munten mag niet worden uitgesloten dat de bron er al was in de Romeinse tijd. Omdat de bron zo ver terug gaat is het ook waarschijnlijk dat de naam Westerhoven aan haar te danken is. Zoals Riethoven staat voor de 'Hoeve aan de Rijt' (het riviertje) staat Westerhoven voor de 'Hoeve aan de Weli Een wel als bron, welteverstaan.

Jacques van Veldhoven
Dit artikel verscheen eerder in de Eyckelbergh van 22 februari 2017.